post

Suikerspin – fragment

‘Ezra?’ Zoë steekt haar hoofd om het gordijn van mijn pashokje. ‘Er komt een verkoopster aan,’ fluistert ze.

‘Welke?’

‘Die ene.’ Voorzichtig kijk ik langs Zoë de winkel in. Niet ver van ons vandaan staat een meisje dat hier werkt. Ze woont in de flat tegenover ons en hangt ’s avonds vaak rond bij de snackbar. Met jongens. Easy wordt ze genoemd. Ze vouwt een topje op dat ik niet goed had teruggelegd. Daarna sloft ze de andere kant uit.

‘Waarschuw me als ze terugkomt.’

‘Ik moet plassen,’ zegt Zoë.

‘Dat kan niet. Je moet op de uitkijk staan.’ Ik aai mijn zusje over haar hoofd en trek het gordijn weer dicht. Het topje dat ik aanheb, staat me goed. Ik zoek een beveiligingsbutton, maar die zit nergens. Wel een prijskaartje. Dat trek ik los en verstop het achter de spiegel. Mijn hand trilt.